Volgende week is het ‘verloren maandag’.
Een Vlaamse gewoonte op de eerste maandag na Driekoningen waarbij er overvloedig worstenbroodjes en appelbollen worden gegeten.
Vermits wij veganistisch leven moest ik voor het worstenbroodje een andere oplossing vinden om mee te kunnen genieten van deze jaarlijkse traditie. Vandaar deze massage …
Het nut van deze massage:
– het laat je kind zijn/haar lichaam voelen en brengt zo een groter lichaamsbewustzijn,
– het brengt rust en vertrouwen,
– de zachte aanrakingen brengen een gevoel van geliefd zijn en welbehagen teweeg,
– het kind keert naar binnen.
Ook voor de gever zijn er voordelen:
– het brengt verbinding met het hart,
– het brengt rust en vertrouwen,
– het vergroot het respect voor de ander,
– het zacht aanraken brengt een gevoel van samenhorigheid en vrede teweeg,
– tevens heeft het een positieve invloed op je gezondheid.
Hoe gaat deze oefening te werk?
Vind een veilige en rustige plek.
Neem een deken bij de hand.
Zorg dat de persoon die op de buik ligt, zacht ligt.
De persoon die ligt krijgt de massage, de ander gaat er makkelijk bij zitten.
Je vertelt het volgende verhaal terwijl je het uitbeeldt op de persoon die ligt. -Of je laat de kinderen het op elkaar uitbeelden.-
Binnenkort is het Verloren maandag en dan worden er worstenbroodjes gegeten.
Wij gaan ook een worstenbroodje maken:
Eerst en vooral vegen we de tafel schoon: wrijf wat zeep in je handen en veeg de rug van de persoon die ligt ‘schoon’.
Droog de tafel af: sneller en wat harder wrijven.
Nu gaan we het deeg voor het broodje maken:
Plaats een kom op de tafel: leg je handen omgekeerd neer op de rug.
Strooi wat bloem in de kom: maak een strooibeweging heel dicht bij de rug, zonder te raken.
Maak er een kuiltje in.
Giet er wat water of melk in: met je wijsvinger cirkels tekenen op de rug.
Voeg wat zout: zachtjes met de vingers tikkelen,
en suiker toe: strooibeweging met de vingers dicht bij de rug.
En uiteindelijk wat gist: snijd een stukje gist af. Breek het in kleine stukjes en meng het onder het onder de bloem.
Kneed het deeg een tijdje: masseer de rug gedurende enkele minuten.
Neem het deeg uit de kom en leg het op de tafel.
Verdeel het deeg in kleinere delen: strek je vingers en maak met de zijkant van je pink en handpalm snijbewegingen.
Maak bolletjes van het deeg: leg je handpalm op de rug zonder dat je vingers de rug raken en maak draaibewegingen.
Laat het deeg nu even rusten.
Intussen maken we het vulsel klaar:
Teken een beschuit op de rug en plet deze: duw zachtjes met de handpalm op de rug.
Breek een eitje: plaats je vingertoppen op de rug, zonder dat de handpalm de rug raakt. Klets op je hand terwijl je loslaat en maak met je twee handen een strijkbeweging: dit is de inhoud van het ei dat over de tafel loopt.
Meng de beschuit en het eitje in het gehakt.
Maak er een ‘groot’ worstje van: rol de persoon die ligt enkele keren rond.
En ons worstenbroodje is klaar!
Strijk de deegbolletjes plat op de rug: wrijf met vlakke handen naar boven en beneden, naar links en rechts.
Leg het worstje op het deeg en rol het erin: neem het deken en leg het over de persoon heen, pak goed in. Of rol de persoon in het deken – zorg voor een luchtgaatje-.
Snij er enkele streepjes of een andere tekening in.
Of maak er een leuk diertje van (zie foto).
Bak de worstenbroodjes in de oven: maak een kommetje met je handen en blaas erin. Zorg dat het broodje het lekker warm heeft.
Eet smakelijk!
Het worstenbroodje is klaar.
Blaas om wat af te koelen onder het deken.
Snijd het in stukjes: met je wijsvinger snijden.
En eet het op: breng je mond naar de rug en doe alsof je gulzig eet …
Een hartverwarmende Verloren maandag!
Sofie